Dikke, dikke tranen rollen over de wangen van mijn dochter. We hebben de eerste oefenwandelingen achter de rug en vandaag een rustdagje. En, net zoals thuis als er op woensdag geen school is en we een dagje rust hebben, komen dan alle gevoelens naar boven.
Diep verdriet dat ze haar vriendinnen mist, dat ze geen stokpaard rijdt omdat ze dan bang is haar stokpaard vriendin teveel te missen waar ze elke dag mee reed. Ze wil niet wandelen, ze wil geen Pelgrimstocht doen. Haar hele lijf heeft verdriet en haar boosheid uit zich in de Lego niet willen opruimen. Ik ben bij haar en laat haar snikken en schreeuwen. Het doet pijn om haar verdriet te voelen. Maar ik voel ook dat het goed is dat ze dit uit. En ik weet dat ze zo meteen weer over de camping met haar camping vriendinnetjes huppelt. En.. ik weet dat emoties komen en gaan. Het moet soms donker zijn om ook het licht te kunnen voelen. We lopen vaak weg van het donker, ook van het donker van onze kinderen. Dan hebben we het gevoel dat we iets moeten repareren. Ook mijn gedachten denken: ‘waar zijn we in godsnaam aan begonnen?’ als ze zo’n diep verdriet heeft. Waarom doen we onze kinderen dit aan? Maar net zo goed lopen er twee dagen later ook dikke tranen van geluk over mijn wangen als ik haar op een bergpas met haar rugzak bijna zie zweven omdat ze zo geniet van het wandelen in de bergen. Het is de angst voor het onbekende wat haar zo dwars zit. Ik ben ook bang. Bang dat de kinderen het niet volhouden, dat ze het echt niet leuk vinden, dat we uitgeput raken, dat we huilend op de vloer van een geitenkot liggen en niet meer verder kunnen, het gaat allemaal door mijn hoofd. Maar na drie dagen trainingswandelingetjes kan ik niet geloven wat ik zie. De eerste dag acht kilometer ging goed. Ik wist dat het doorzetten was en dat was het. Joes vroeg na de eerste kilometer of we er al waren en Annabloem wilde de hele tijd mijn hand vast houden en vroeg steeds of ik een verhaal wilde vertellen. Dat zijn pittige uurtjes voor mij als moeder. De tweede wandeling heeft Annabloem nauwelijks mijn hand vastgehouden en vroeg Joes 80% minder hoe lang het nog was. Gister deden we een derde trainingswandeling. 10 kilometer waarvan 450 meter klimmen en dalen. Wat een dag. Een van de mooiste wandelingen die ik heb gemaakt. Want het was ongelooflijk wat mijn kinderen deden. Joes met zijn 5-jarige beentjes wandelde zonder enig gemopper naar de top. Je zag het in hem, hij was echt aan het genieten. Hij zei onderweg: mam ik vind het wandelen stiekem wel leuk, en daar gingen de beentjes weer. Het was echt een steile klim, en later een steile afdaling waar ik twee keer onderuit ging, maar die kleine ging gewoon. Het is echt een motivatie om naar een top te lopen. Het is fijn, zeker voor kinderen, om een perspectief te hebben waar je naar toe loopt. En boven, tussen de paardjes die daar liepen, brak de zon door. We gooiden ons bezwete shirt uit, zetten koffie op ons brandertje en hebben heerlijk gepicknickt met prachtig uitzicht op andere bergen en dalen. Annabloem was als eerste weer ingepakt en ging zelf al op weg. We zagen haar, even slikken want de afgrond is best diep, in de verte over de bergkam wandelen met haar roze shirt, zwarte tas en wandelstok. Ik weet dat dit is wat ze graag wil. In haar eigen wereldje, kletsend en fluitend, in de natuur haar eigen wandeling maken. Dan voelt ze zich echt vrij. En, beloond met de lekkerste taartjes uit een bakkerijtje in het dal, komen we allemaal intens gelukkig beneden. Het gaat super zwaar worden, dat weet ik. Over 6 dagen starten we in St Jead Pied de Port aan onze Pelgrimstocht. De weersvoorspellingen zijn slecht. Regen, regen, regen. En ze blijven een hele week slecht. Ik ben bang voor de tweede etappe, waar we steil moeten dalen. Als ik gister geen grip had, hoe moet dat dan als alles nat is en we een glibberige berg af moeten? Ik laat het er maar even zijn, we hebben nog zes dagen, het komt wel goed.